2025-07-03
De kenmerken van elektromagnetische instrumenten kunnen vanuit twee aspecten worden beschreven: schaal- en frequentiekarakteristieken, als volgt:
Qua schaal verandert de afbuighoek met het kwadraat van de gemeten gelijkstroom of de effectieve waarde van de gemeten wisselstroom, dus de schaal heeft een kwadratische karakteristiek; wanneer de gemeten waarde klein is, is de indeling zeer dicht en is het aflezen moeilijk en onnauwkeurig; wanneer de gemeten waarde groot is, is de indeling schaars en is het aflezen gemakkelijk en nauwkeurig.
Qua frequentiekarakteristieken wordt het magnetisch veld gecreëerd door de vaste spoel die de stroom doorlaat. Om hogere spanningen te meten zonder dat het meetmechanisme de toegestane stroomwaarde overschrijdt, heeft de vaste spoel meer windingen, een grotere interne weerstand en een grotere inductieve reactantie, die verandert met de frequentie, waardoor de nauwkeurigheid van het instrument wordt beïnvloed.
Daarom zijn elektromagnetische instrumenten alleen geschikt voor circuits met frequenties onder de 800 Hz.